1. Eerste dagen aan boord, wennen geblazen

21 februari 2021 - Portimão, Portugal

Voor bijbehorende foto's: zie het fotoalbum "Eerste dagen, lekker rondtouren"

Terwijl ik dit schrijf, zit ik, heel illegaal op een klein strandje met uitzicht op de haven en de enorme (qua oppervlakte de grootste van Portugal, als ik de havengek mag geloven) werf van Portimão. Ik heb net met een van de zeer gammele mountainbikes van het schip rondgefietst en de omgeving ontdekt. Dat is een van de manieren waarop ik het liefst een nieuwe plek bekijk: gewoon rondfietsen en maar zien welk zijstraatje je nu weer roept. Fietsen en observeren. En, wat een mooi land is Portugal zeg. Toen ik voor vertrek een beetje aan het streetviewen was, was ik niet zo onder de indruk. Maar ik heb blijkbaar de verkeerde plekken aangeklikt, want nu ben ik dat des te meer. Rotskusten, het dorpje Ferragudo waarvoor het woord ‘pittoresk’ wel lijkt te zijn uitgevonden en dat dan weer afgewisseld met een aftandse en stinkende visafslag. Intussen heb je nog een braakliggend terreintje met dermate steile heuveltjes dat het flink uitdagend mountainbiken is, vooral omdat je versnellingen er elk moment mee kunnen stoppen. Dat heeft me trouwens wel weer een bijzondere ontmoeting opgeleverd: terug van het strand was ik net een enorm steile heuvel op, toen mijn ketting muurvast tussen de twee tandwielen kwam te zitten. Intussen had ik al een paar keer die fiets op de kop gezet omdat de ketting eraf lag, maar fuckerdefuck, nu kreeg ik de ketting er echt niet meer tussenuit. Het was nog een flink stuk terug en ik had nou ook niet per se zin om op m’n tweede dag hier met een gesloopte fiets bij het schip terug te komen. Je hoort ze al denken: “Hmmm, en die meid komt ons dus twee maanden helpen met onderhoud….”

Gelukkig stopte er op dat moment een auto, toevallig de mensen die ik eerder met handdoeken bij het strandje had gezien. De vrouw schreeuwde eerst iets in het Portugees naar me, maar godzijdank sprak ze ook echt goed Engels. Goed, wat gehannes en vieze vingers later was de ketting weer bevrijd, nadat ze me toch wel op het hart had gedrukt om die voorste versnellingen niet meer te gebruiken. Ze heette Lilia, woonde in *onverstaanbaar* en was dus met haar twee zoons en hond gaan surfen, want ja, je moet toch ook leven. Dan maar een risico op een boete. De vrouw was ontzettend geïnteresseerd in wat ik hier te doen had en haalde nog even haar zoons erbij om deels in Portugees, deels in Engels uit te leggen wie ik was en wat ik kwam doen. Na deze bijzondere ontmoeting nog hartelijk bedankt en weer verder gefietst door het Hollandse weer: grijze lucht afgewisseld met nog grijzere lucht met wind en buien en af en toe een zonnetje ertussendoor. Maar je bent een Nederlander, dus trekt gewoon je regenjasje aan en gaat met je natte kont mooi op je zadel zitten.

Het is goed om weer op reis te zijn. Om weer eens aan te komen op een plek waar je eerst moet uitzoeken hoe alles werkt. Treinkaartjes kan je hier blijkbaar ter plekke met cash bij de conducteur kopen en de buschauffeur is ook niet te moeilijk om zijn baas €2,25 door de neus te boren omdat hij niet terug heeft van €50. Ook de palmbomen, armoedige autootjes en zwaaiende havenbewoners geven het land extra charme. De invloed van de lockdown merk je natuurlijk wel: het is ontzettend rustig op straat en iedereen draagt overal mondkapjes. Maar van de hoge besmettingscijfers en rijen voor de ziekenhuizen krijg je niet zoveel mee. Misschien zoals Lilia omschreef, Portugezen blijven zoveel mogelijk leven. Hoe streng alles is, is nog een beetje uitvogelen. Volgens mij kan je wel serieus een boete krijgen als je niet buiten bent voor boodschappen, sporten of een ommetje. Maar dat is natuurlijk een rekbaar begrip, dus ik weet niet zo goed wanneer je echt de sjaak bent.
Ook hier aan boord is het een beetje vaag: ik zit 10 dagen soort van in quarantaine, maar Britten zijn dan ook weer te beleefd om echt moeilijk te doen. Dan krijg je een situatie dat je binnen bent met mondkapje op (want dat moet ik doen), wordt uitgenodigd voor een theetje maar dan na een tijdje kletsen wel opeens door iemand anders weer wordt weggestuurd. Hoe dan ook: ik heb mijn eigen hut op Blue Clipper (het schip in onderhoud) en mag daar in de salon eten. De rest eet aan boord van Maybe (het andere schip, dus niet in onderhoud), maar alleen daar wordt gekookt. In het weekend wordt er niet gewerkt en regelt iedereen zijn eigen eten, dus dan kwam het wel weer voor dat ik gisteravond een tijd heb staan kokkerellen. Er is dus wel afstand, maar ook weer niet. Beetje verwarrend allemaal.
Morgen begint het onderhoud weer, ik ben heel benieuwd hoe dat gaat zijn. Aankomen in het weekend was deels fijn, deels ook weer niet. Omdat iedereen hier in het weekend zijn eigen ding doet, was ik wel op mezelf aangewezen, ook al probeerde iedereen me welkom te laten voelen. Het zorgde er dan wel weer voor dat ik flink heb bijgeslapen, op mijn dooie akkertje kon uitpakken, boodschapjes kon doen bij de Lidl en dus de omgeving kon verkennen. Toch kijk ik er wel naar uit om morgen in een werkritme te komen, dagen duren wel een beetje lang op deze manier. Zorgt er in ieder geval voor dat ik dit enorm lange blog kan typen, want ik heb nog wel wat uurtjes te vullen tot het avondeten :P.

Goed, nog één verhaaltje dan, ik maak toch erg veel mee ook al voer ik vrij weinig uit. Ik had het al kort laten vallen: de havengek. Terug van een ommetje sprak opeens een dikke man met tablet me aan: of ik foto’s aan het maken was. Na een beleefd antwoord begon hij vrolijk tegen me aan te kletsen, terwijl we intussen verder liepen naar het schip. Want ja, hij woonde hier op een catamaran die op de kant stond, want vroeger lag hij wel in zee maar zijn inmiddels overleden hond was bang van water dus toen moest hij aan wal. En ja, sinds corona zijn de plaatsen op wal enorm populair geworden, dus hij gaat echt niet weer terug in het water, want dan is hij misschien zijn plekje kwijt en moet hij de hoofdprijs betalen en nu heeft hij het goedkoopste tarief. En ja, een catamaran is wel goedkoper dan een appartement. Ohh? Ik zat bij die Britten aan boord? Gossie, bereid je maar voor want ze gaan je heel hard laten werken. En je krijgt niet eens betaald? Ja die hebben nu veel problemen vanwege de Brexit. Vervolgens legde hij me haarfijn uit waarom ze niet in andere Europese havens kunnen aanleggen en waarom het Nederlandse deel van Sint-Maarten niet tot de EU behoort. Toen hij inmiddels begon aan de reprise van zijn levensverhaal, heb ik hem toch maar vriendelijk van me afgeschud. Maar wist je dat de scheepskraan hier de enige is die zoveel ton kan tillen?

Eenmaal terug aan boord, hoorde ik dat de crew al in paniek was omdat ik in handen was gevallen van die stalkerige Canadees (ah, vandaar dat zijn Engels zo goed was). Blijkbaar waren ze al aan het nadenken over een soort codewoord dat alleen ik verstond om me terug aan boord te krijgen. Eerst gebruikten ze Google Translate voor “peppermint tea”, maar ja “pepermuntthee” leek er toch net te veel op. Codewoord was uiteindelijk niet nodig omdat ik al aan boord was gestapt, maar gelachen hebben we wel.