13. Drijfnat

1 mei 2021 - Biskaje, Spanje

Wil je Maybe's reis over Biskaje bekijken? Kijk dan op https://my.yb.tl/tallshipmaybe/. 

Maandag 26 april

We zijn nu echt bezig met de oversteek van Biskaje en op volle zee. We varen zo hoog mogelijk aan de wind, maar moesten vannacht eerst nog motorzeilen, omdat onze koers te ver in de wind lag en de golven ons flink vertraagden. Maar toen, in het laatste uur van onze 4-8 wacht nam de wind toe en konden de zeilen gevierd en mocht ons ijzeren zeil ook even rusten. Intussen was het windkracht 5-6 en zaten we op het randje van reven, maar het ging nog goed.

Toen ik een uurtje later in mijn bedje weer lag te ronken, droomde ik dat Seb Robyn en mij kwam wakker maken voor handjes aan dek. Ja dahaag, ik wil mijn slaap en draaide mij om. Maar toen hoorde ik na wat soezelen de wind gieren, het water klotsen en het geschreeuw van bevelen. Ja godverdomme, ze zijn nu toch geen plezier aan het hebben zonder mij hè, en een enorm gevoel van FOMO overviel me. Dus hup, ik in mijn onderbroek in mijn zeilbroek, trui aan, zeiljas aan, bergschoenen gestrikt en met mijn zwemvest onder mijn hand naar buiten gestormd. Ik had de helft gemist, maar kon gelukkig nog volop meedraaien in het feestje wat windkracht 7 in Biskaje heet. De binnenkluiver was al omlaag en we gingen een stormkluiver zetten. Wat houdt dat in? Ten eerste om de 10 seconden bijna omvallen en enorme ladingen water over je heen krijgen. Robyn en ik hielpen mee met zeilbandjes om de binnenkluiver strikken en terwijl we over de boeg hingen, sloegen meerdere golven ons recht van onder in ons gezicht. En dan helpt een zeiljas weinig, wanneer het water via je kraag zich een weg naar beneden vindt. Maar ach, Robyn had helemaal geen zeiljas aan (het regende immers niet), dus met deze verzopen kat naast me kon ik weinig klagen. Van de twee jongens aan het werk op de boegspriet waren beide zwemvesten door het water ontploft, waardoor iedereen het werk even stillegde om een paar minuutjes te gieren van het lachen.

Goed, de stormkluiver aanslaan dus. Seb zag intussen ook mijn brede lach, dus hup daar mocht ik de boegspriet op. En daar stond ik dan, op het puntje, de voorstag knuffelend. Nouja, “staan” is een groot woord, want om de zoveel seconden stortten we omlaag een golf af en voelde ik in mijn gewichtloosheid beide voetjes van de vloer. Een achtbaan is er niets bij. Intussen waren beide bergschoenen tot de rand gevuld met water en moesten twee mensen op de boegspriet op het zeil zitten om te zorgen dat niet alle kanten op flapperde. Oké Merlijn, concentreer je op je werk. Draai het harpje open, doe het harpje om de stag, zorg dat je niets in het water laat donderen, doe de pin (nog steeds stevig in je handen gelukkig) door het oog en draai dicht, pak de Bahco en draai het steviger dicht. Oké gelukt, volgende. Toen we na wat het leek uren het zeil eindelijk hadden aangeslagen, had ik mijn portie adrenaline wel gehad. Het zeil omhoog, nog een paar kleine complicaties die werden opgelost, maar toen konden we grijzend en doorweekt elkaar tevreden aankijken met het werk wat we hadden verricht.

Weet je wat altijd het jammere van zeemansverhalen is? Het kan altijd erger. Toen wij ons wel een beetje stoer voelden na deze paar uur bikkelen, vertelde Seb ons doodleuk over Biskaje van een paar jaar geleden toen de voorstag het begaf. Terwijl ze een nieuw voorstag bij elkaar improviseerden op de boegspriet, moesten ze aldus het verhaal de boegspriet al koalaend de adem inhouden, wanneer de boeg volledig in het water verdween. Blijkbaar is er 14 uur lang geen logboek bijgehouden door alle chaos en heeft de schipper een post-it over het gebied op de kaart geplakt (zo groot was dat dus) met de aantekening: “Here were dragons”.

Foto’s